Ecc 2 | NldHTB | STEP | een adelaar die hoog aan de hemel zweeft, een slang die moeiteloos over een gladde rots kruipt, een schip dat veilig door de golven vaart en wat gebeurt tussen een man en zijn jonge vrouw.

Ecclesiastes 2

Veel dingen zijn voor mij onbegrijpelijk, de volgende vier kan ik niet bevatten:
1 een adelaar die hoog aan de hemel zweeft, een slang die moeiteloos over een gladde rots kruipt, een schip dat veilig door de golven vaart en wat gebeurt tussen een man en zijn jonge vrouw.
2 En minstens zo onbegrijpelijk is het gedrag van een vrouw die overspel pleegt: zij zondigt, kleedt zich weer aan en zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan.’
3 Mensen hebben een afschuw van veel dingen en de volgende vier dingen zijn onverdraaglijk:
4 een knecht die macht krijgt, een dwaas die in weelde leeft,
5 een verbitterde vrouw die toch trouwt en een dienares die de plaats van haar meesteres inneemt.
6 De volgende vier zijn weliswaar klein, maar hebben van God grote wijsheid gekregen:
7 de mieren hebben weliswaar geen verstand, maar zijn toch zo verstandig in de zomer hun voedsel te verzamelen,
8 klipdassen mogen dan redeloze dieren zijn, maar hebben wel hun hol in de rotsen,
9 hoewel sprinkhanen geen leider hebben, trekken zij op in geordende groepen,
10 de hagedis is met de hand te pakken, maar leeft zelfs in koninklijke paleizen.
11 Er zijn veel indrukwekkende dingen op aarde, de volgende vier bijvoorbeeld:
12 een oude leeuw, een bejaarde koning der dieren die voor niemand aan de kant gaat,
13 een soepel rennende windhond, een trotse bok en een onoverwinnelijke koning.
14 Hebt u in uw woede dwaas gehandeld of hebt u kwaad in de zin, zwijg dan en voer uw plan niet uit!

15 Want door melk te karnen ontstaat boter, door te hard op de neus te drukken ontstaat een bloedneus en door woede op te wekken ontstaat ruzie.

16 17 Koning Lemuël van Massa schreef de levenslessen op die zijn moeder hem leerde.
18 Wat zal ik je vertellen, mijn zoon, die uit mij geboren werd, om wie ik zoveel geloften deed?
19 Lever jezelf niet uit aan de vrouwen en zet je zinnen niet op oorlogvoering en het veroveren van koninkrijken.
20 Het is niet goed als koningen te veel wijn drinken, Lemuël, en drankzucht past niet bij hen,
21 want als de koning te veel drinkt, loopt hij gevaar de rechtvaardigheid uit het oog te verliezen, wat de onderdrukten kan benadelen.
22 Geef sterkedrank maar aan iemand die in de put zit, wijn aan iemand die erg verdrietig is,
23 want wanneer zij drinken, vergeten zij hun armoede en zorgen.
24 Kies de kant van de onmondigen, van hen die buiten hun schuld gevaar lopen.
25 Spreek en vel een rechtvaardig vonnis, geef de onderdrukten en noodlijdenden hun recht.
26 Wie is zo gelukkig een goede vrouw te vinden? Zij is immers veel meer waard dan de duurste edelstenen?